In Tilburg kwam ik eerst in het Audax textielcentrum. De gebouwen van een vroegere woldekenfabriek, gecombineerd met moderne architectuur, herbergen verschillende tentoonstellingen: de fabricatie van wollen dekens, het ontwerpen en vervaardigen van nieuwe tricot stoffen, tuften van tapijten en ook een boeiende tijdelijke tentoonstelling van Christien Meindersma (waar we helaas geen foto's mochten nemen).
Aangezien deze quiltwinkel in dezelfde straat is als het textielcentrum, ben ik daar nog enkele stofjes gaan kopen voor de vingerhoedjesquilt.
Den Bosch stond ook op het programma. Daar was in het Kruithuis een tentoonstelling van de Viltkontaktgroep naar aanleiding van het 20-jarig bestaan. Er was een grote variatie aan werken van kunstenaressen en de werkgroepen.
Ik was verbaasd dat er heel grote werken gemaakt kunnen worden. De combinatie met andere materialen maakt het heel boeiend om te zien waartoe vilten kan leiden.
Den Bosch is natuurlijk meer dan het Kruithuis... het was er markt en dan ben ik altijd aangetrokken tot de bloemenstandjes. Nu staan hier 50 rozen!
...toen hadden we het water in de mond
de bekoring is over...
En dan ging het nog naar Horst. In de Kantfabriek, die nog gewerkt had tot 2006, was er artquilt te zien.
Naast de oude machines hingen moderne werken waarin heel wat verschillende materialen verwerkt waren en een hele variatie aan technieken nodig waren om ze samen te stellen.
Door een schenking bezit de Kantfabriek een verzameling vingerhoedjes, schoollapen en enkele merklappen.
Het was een verrijking om zoveel mooie werken te zien van creatieve vrouwen. Het is treffend dat Nederland textiele kunst voortdurend in de kijker brengt, in Vlaanderen wordt dit wel stiefmoederlijk behandeld en aan de kant gelaten.